Blog waar schrijfproces van Helene begon
De spreekbeurt
Ik moet een spreekbeurt houden. Geweldig, ik hoor er bij, mag laten zien wat ik kan.
Over mijn konijn, over paardrijden, over de dingen waar ik zielsveel van houd.
Ik sta bibberend voor de klas. 30 kinderen kijken me grijnzend aan, giechelen een beetje.
30 kinderen die me dagelijks pesten. Om mijn bril, mijn ouderwetse kleding, mijn volwassen taalgebruik.
Het maakt me niet uit, ik heb het goed voorbereid. Thuis tig keer geoefend met mijn vader. Mijn vader is de beste verteller van de wereld voor mij.
Deze keer houd ik het over het koolmezennestje in onze tuin. Een vogelhuisje zonder achterwand tegen het grote raam van onze huiskamer aangeplakt. Foto’s gemaakt van het hele proces. Gezien hoe de beide mezenouders het huisje verkenden. In een razend tempo nestmateriaal aandroegen. Mos, veertjes, kleine takjes, bloempjes ook. En met een week lagen daar 6 eitjes. Wittig met bruine vlekjes. Het vrouwtje zat trouw te broeden en papa koolmees vloog af en aan met rupsjes en insecten.
Met de hele familie met onze neus tegen de ruit gedrukt toen de eitjes uitkwamen. Eén eitje kwam niet uit. Wat hebben we gelachen toen ze uitvlogen. Stuntelende bolletjes wol. We joegen alle katten uit de tuin om onze mezenkindjes te beschermen.
Ik haal het niet uitgekomen eitje heel voorzichtig uit het nestkastje. Samen met mijn vader blaas ik het leeg. Een geur van rotte eieren vult het huis. Ik moet er bijna van overgeven.
Tijdens de spreekbeurt laat ik het nestje met het leeggeblazen eitje rondgaan. Voorzichtig zeg ik nog, het is heel breekbaar.
Midden in de klas zit Harald, dezelfde naam als mijn oudste broer. De ergste pestkop van de school. Het nestje met het eitje komt bij zijn tafel. De andere kinderen kijken in bewondering voorzichtig naar het nestje en het eitje. Harald pakt het aan, kijkt me strak aan en laat alles op de grond vallen. Sorry hoor, zegt hij al lachend.
Mijn hart breekt, de tranen stroomden over mijn wangen. De meester deed niets, kinderen moeten zichzelf redden was het motto van deze christelijke school.
Ik kreeg een 9.5 voor de spreekbeurt. ‘Hoe ging het vroeg mijn vader’. ‘Goed’ zeg ik. Ik had een 9,5. Hij knikt tevreden en ik ga stilletjes naar mijn kamer.
Nooit laat ik meer iets dierbaars van mijzelf aan andere kinderen zien neem ik me voor.