Het onverwoestbare kind

Op advies van mijn psycholoog ben ik het boek van Lilian B. Rubin, het onverwoestbare kind aan het lezen. Jan heeft het voor me gekocht. Als ik het uitpak stopt mijn hart bijna met kloppen. De foto van het kind op de voorkant lijkt sprekend op een foto van mij als kind. De term onverwoestbaar laat me ineen krimpen. Ik weet niet waarom precies. Het klinkt zo gewelddadig.
Na 1.5 verhaal sla ik het boek dicht. Genoeg voor vandaag. Ik ben misselijk. Tranen lopen over mijn wangen en mijn lichaam bibbert zachtjes. De honden liggen dicht tegen me aan.
Mijn levensverhaal is niet zo extreem –in mijn ogen- als de waar gebeurde verhalen in het boek. In mijn familie zat er een duur laklaagje over de shit heen. Een glimmende laag van geleerdheid en hoog aanzien, de scheuren opgevuld met stopverf die religie heet. Stil maar wacht maar alles wordt nieuw, het liedje uit de alles wordt nieuw bundel klinkt nog vaak door mijn hoofd als ik me in de put voel. Als ik het leven om me heen weer eens niet begrijp. De achteloosheid waarmee mensen met relaties, kinderen en vriendschappen omgaan. De pijn van afwijzing, de angst voor eenzaamheid.
Het boek maakt helderder waarom ik het gered heb. Waarom ik nooit aan de drank, drugs of andere verslavingen geraakt ben. Waarom ik tot voor vijf jaar geleden steeds niet passende relaties had. Relaties weer met emotionele verwaarlozing en soms zelfs met geweld, gelukkig niet zo extreem als in dit boek, maar zeker herkenbaar.
Ik merk tijdens het schrijven van mijn autobiografie dat het verhaal compleet aan het veranderen is. Helaas bestaat de titel, hoe overleef ik mijn familie, al. Een overigens goed boek van John Cleese, geschreven samen met zijn psychiater. Mijn favoriete ster, die eerlijk verteld over zijn depressie en worsteling met het leven. En hoe moeilijk is het om je leven te beschrijven. Niet alleen om terug te gaan naar die uiterst pijnlijke momenten uit je prille jeugd, maar vooral om ze te verwoorden. Om feiten en gevoel te verweven in een leesbaar, behapbaar verhaal. Soms worden er te veel littekens geprikkeld. Doseren is nooit mijn sterkste kant geweest. Als ik er teveel in wegzink liegen de nachtmerries er niet om. Verlaten en in de steek gelaten worden is vaak het hoofdthema. Tot mijn verbazing heb ik nu af en toe neutrale dromen. Laatst zelf een fijne droom één over twee fretten, ik genoot van het aaien over hun zachte vel en werd heerlijk ontspannen wakker. Dat is nagenoeg nieuw voor mij. Blijkbaar krijgt mijn verleden door de zoektocht, het werken aan mijn boek en de therapie nu toch langzaamaan een plekje.
Ik plaatste mezelf als kind emotioneel buiten het gezin. Ik was zo totaal anders. Ik fantaseerde vaak dat ik een vondeling was en ooit als Remi bij mijn eigen ouders zou komen. En ik berationaliseerde alles, pakte alles aan om op de rit te komen. Ik verdomde het om dingen weg te stoppen. Vanaf mijn 18de ben ik in therapie gegaan. Hier ben ik, ik heb een krankzinnige jeugd gehad, help me alsjeblieft. Toch voel ik verdriet, waarom ben ik de huidige weg niet eerder gaan volgen? Door te gaan schrijven, terug te gaan naar het verleden, erover te lezen en met EMDR de ergste pijn te verzachten begint er nu pas echt rust in mezelf te komen. Korte momenten dat het leven even als een warme, veilige deken voelt. Het kan zo weer weg zijn, maar ik koester deze momenten. Het geeft kracht om de dag te beginnen. Om met liefde en verbinding aan het werk te gaan. En om grenzen te stellen. Ik laat me niet meer pesten, niet meer slaan, niet meer kleineren. Ik ben 44, op de helft van mijn leven, ik heb een verhaal, een bizar verhaal waar echter heel veel mensen zich voor meer of minder in zullen herkennen. En het mag gehoord worden.
Onverwoestbaar? Misschien, maar ook kwetsbaar, nog steeds.